going for a walk
Het moest gewoon een keer. Het verzoek om op het gala van het Nederlands Filmfestival de garderobe te gaan bemannen van 8 uur ’s avonds tot 4 uur ’s ochtends paste in mijn exploratie van de Nederlandse arbeidsmarkt, dus ik liet me inplannen.
Enigszins nerveus - had ik hier echt zin in? - meldde ik me bij de ingang aan, en werd door een vriendelijke beveiligingsman, zonder verdere vragen, binnengelaten. De woorden “Ik kom van Randstad” openen echt alle deuren, geen mens die verder wat vraagt. Ik dwa even rond in de verwachtingsvolle, maar nog lege lege foyer; de uitreiking van het Gouden Kalf, de hoogste onderscheiding in de Nederlandse filmwereld, was in volle gang in de grote zaal. Twee collega’s van Randstad kwamen voor dezelfde klus. Na enig gezoek werd een line-manager gevonden, en kregen we een backstage pass om de uniformen te gaan halen. Altijd leuk, zo’n labyrint achter de schermen, met kleedkamers, champagne, bloemen en rondrennende half aangekleed personeel.#On the nightshift…. In een Stadsschouwburg blouse toog ik weer naar boven, oordopjes in mijn zak, en miste de briefing, omdat niemand mij daarvoor had uitgenodigd. Ik heb al eens eerder op een filmfestival gewerkt, en het is standaard ‘happy chaos’. Dat komt door het hoge aantal vrijwilligers. Professionalisme is niet standaard, het hele gebeuren draait op enthousiasme en flexibiliteit. “Happy chaos is toch leuk!” riep een festival medewerker me halverwege de avond toe. Mijn collega Ibra, een aardige, iets oudere, Marokkaanse Nederlander, met redelijk Nederlands, had een eigen zaak gehad in Groningen, en was net verhuisd naar Utrecht. Hij trok het niet helemaal met de honderden nummertjes op de kapstokken, maar hij deed z’n best. Hans, een vrolijke dertiger, die de indruk gaf nog een beetje op zoek te zijn naar de weg in het leven (“Was ik nog maar 20”, verzuchtte hij) rende hard door, hij vertelde dat hij veel horeca klussen deed. Het werk was niet moeilijk, maar als je dat dus 8 uur non-stop moet doen, zonder een minuut pauze, zelfs niet om iets te drinken, de hele nacht door, en de kapstokken zijn overvol met dikke winterjassen, allerlei tassen, loodzware rugzakken, paraplu’s en schoenen, en je staat met z’n drieën, terwijl dat er eigenlijk zes hadden moeten zijn, dan wordt het wel een uitdaging. Het viel me ook erg tegen hoe fysiek zwaar dit werk is. De volgende dag was ik gebroken, met pijn in schouders, armen en voeten. Mensen maken graag een praatje bij de garderobe merkte ik. De meest gestelde vraag: Mag ik even mijn tas, want ik kan die hoge hakken echt niet meer aan, even omruilen voor mijn sneakers graag? De kalveren waren een verhaal apart, ze werden bijna allemaal afgeleverd bij de garderobe door de winnaars. Want wie wil er nou de dansvloer op met een loodzwaar stuk metaal in de hand? En wat is de wereld toch klein, als je een beroemde Nederlander bent. Ik ken ze niet, na meer dan 25 jaar in het buitenland, maar herkende aan de houding van een aantal mensen dat ze wel dachten dat ze beroemd waren. Ze reageerden dan ook verbaasd als ik vroeg hoe ze gingen onthouden dat dat hun kalf was. Maar mijn naam staat erop, riepen ze dan. “OK, kijkt U dan wel even goed als u uw kalf weer komt ophalen?”, adviseerde ik ze. Weer verbaasde blikken. Met een van hen heb ik nog even staan praten, een aardige man, dat bleek naderhand Jeroen Scholten van Asschat te zijn. Ik vind zijn vader een heel goede acteur. Ik heb Jeroen toen even mijn excuses aangeboden. “Sorry ik heb jaren in het buitenland gezeten, ik weet niet wie je bent, maar ik ken je vader wel.” Hij vond het niet erg. Hij had een kalf gewonnen, dus voor hem kon de avond toch niet meer stuk. Halverwege de nacht, met zware onderbezetting, had ik een moment waar ik dacht: Ik loop nu weg, krijg allemaal maar wat! Maar ik heb op de Camino geleerd dat je veel meer kan dan je denkt, als je maar moet, dus ik sprak mezelf even toe, over het experiment, en ik ging door. Rennen. Sjouwen. Tillen. Hoe haal ik die loodzware tas van dit haakje wat op mijn schouderhoogte zit? Waar is het kalf van die mooie mevrouw en wat is haar naam? Trekken en rukken, kilo’s jassen boven op elkaar gepakt. Struikelen over de paraplu’s. En glimlachen tegen de gasten, alstublieft, prettige avond. De meesten waren erg vriendelijk, en nu herinner ik me dat er een man in rokkostuum was die tegelijk met zijn bonnetje subtiel een euro in mijn hand duwde, met een blik alsof hij me 20 euro had gegeven zodat ik nu voor hem keihard aan de slag zou gaan. Om 4 uur was het afgelopen en mocht het garderobe personeel gaan. De jongens van de podium afbouw gingen meteen aan de slag. Het barpersoneel ruimde nog op tot 6 uur, zeiden ze. Ik heb het overleefd, en ook weer gezien dat ik stressbestendig ben. Acht uur fysiek zwaar werk gedaan, in het weekend, in de nachtdienst, zonder pauze, en wat verdiende het? Ja hoor, gewoon het minimumloon, zonder toeslagen. Het predikaat ‘sociale welvaartsstaat’ is Nederland nu echt wel kwijt, vind ik. #inburgerenineigenland
1 Comment
|
AuthorI am exploring my creativity by writing about things that I see around me and that strike me as out of the ordinary. Archives
July 2020
Categories |
Proudly powered by Weebly