zen librarian
  • Home
  • About
  • Contact
  • Classes
  • winteryoga
  • Yoga Walks
  • Private Classes
  • Blog NL
  • Blog English
  • Media
  • Yoga Essentials
  • Ashtanga
  • Zen's Library
  • Facemasks

    going   for    a walk

inburgeren in eigen land

30/8/2019

0 Comments

 
Picture

“Hoi Marion! Ik hoop dat je een prettige eerste werkdag hebt!” stond er op mijn telefoon. Zou hij dit echt sturen, of is het een automatisch bericht?
Na 25 jaar in het buitenland gewoond en gewerkt te hebben, ben ik terug in Nederland. Ik voel me net een kind, dat leert lopen. Toen ik vertrok, hadden we nog een ziekenfonds. Als ik dat als grappige opmerking bij een sollicitatiegesprek zeg, kijken jonge mensen me niet-begrijpend aan. O jee, ik ben oud geworden!
De wereld van werk zoeken en vinden is een totaal andere dan die ik verliet in 1995.  Ik was gewend aan intake gesprekken op uitzendbureaus, waar de intercedent(e) mij graag wilde zien om kennis te maken en te bespreken wat voor werk het meest geschikt was voor mij. Nu wordt aangeraden vooral op de website te kijken en online te solliciteren of zelfs je simpel aan te melden voor een dienst.
Via een banen website (er zijn er tientallen, door de bomen het bos vinden - en geschikt werk - is een hele klus) kom ik terecht bij Youbahn. Ik stel me de naamzoek  marketing brainstorm sessietje voor… Ze werken met een app, en het lijkt prachtig: je werkt bij opdrachtgevers wanneer je wilt, plant jezelf in, en bent in loondienst bij Youbahn. Dit klinkt veelbelovend en ook bekend in mijn oren: het ouderwetse uitzendbureau-model. Dus na enig geharrewar met het downloaden van de app (veel websites in Nederland werken niet perfect, er vallen veel steken: loze 404 links, bugs en ondownloadbare apps) ben ik gereed. Een vriendelijke dame van Youbahn belt nog even om te checken dat ik begrijp waar ik aan begin. Ja, ik geloof het wel. Ik ga werken. De volgende dag komt een wederom vriendelijke man van een ander, ingehuurd bedrijf, thuis langs met een scanner voor mijn paspoort. Om te verzekeren dat hij geen kwade bedoelingen heeft, wordt me een foto opgestuurd, met zijn naam, alsmede een GPS signaal waar hij zich exact bevindt, zodat hij op de minuut op tijd parkeert voor mijn flat. Zodra het paspoort gescand is, verschijnt mijn contract op het beeld van de scanner. Ik kan het nauwelijks lezen, maar wordt gevraagd om een digitale handtekening. “Pas wel op met het uurtarief he?” zegt de scan-man. “Ik zie het wel vaker, ze zetten een standaard uurtarief in het contract, maar dat moet aangepast worden.”
Nu is het een kwestie van ‘Open Diensten’ bekijken en klikken op wat leuk lijkt. Ik zie weinig. Inpakkers hebben ze nodig. En standbouwers, en veel afwassers. En heel veel gastvrouwen/heren, in verzorgingstehuizen. Het is niet geheel duidelijk wie er verzorgd worden, maar ik hoef niet schoon te maken, wel boterhammetjes smeren. Het levert rond de 10 euro netto per uur op, krap een euro boven het minimumloon. Het is op fietsafstand van mijn huis, dus ik klik op de eerstvolgende dienst, de volgende dag.
Als ik me meld bij de receptie, wordt ik vriendelijk, zelfs hartelijk, maar met verbazing begroet. Het blijkt een bejaardentehuis te zijn met veel demente patiënten. Ik loop wat zoekend rond. Beveiliging hebben ze hier niet. Later begrijp ik dat het een groter probleem is om de patiënten binnen te houden, dan indringers buiten.
In de ‘huiskamer’ waar ik dienst ga doen word ik dankbaar ontvangen door een vermoeid uitziende verzorgende, die in rap tempo opratelt wie er wat op de bammetjes krijgt en waar ik op moet letten met diabetes patiënten en mensen die niet zelf kunnen eten. De huiskamer ziet er best gezellig uit, met leuke meubels, boeken, spelletjes, een grote TV en een keuken met alles erop en eraan. De patiënten is een ander verhaal. Ik kijk rond en zie ongeveer zes mensen in enorme rolstoelen hangen. Sommigen hebben de kin op de borst hangen, anderen staren wat voor zich uit, en een enkeling heeft een ietwat heldere blik in de ogen. Ze dragen flodderige uitgelubberde kleding in onbestemde kleuren en dikke pantoffels. “Nou, je redt het wel he, fijn dat je er bent”, roept de verzorgende, voordat ze zich uit de voeten maakt. Haar dienst is voorbij. “Goedemiddag”, roep ik tegen de kamer. Gelukkig reageert mevrouw Kaat. Ze heeft pientere oogjes, maar ik weet dat dat niet zegt. Ik besluit een kopje thee te maken. In het handboek, wat me ook nog snel in de handen gedrukt werd, vind ik een overzicht van wie wat drinkt. Meneer van Eik zoetjes, hij is diabeet, mevrouw van Olst suiker in de thee, en mevrouw Takstra drinkt uit een speciale beker met een tuitje. Mevrouw Kaat wordt ongedurig en roept dat mevrouw Takstra een stom mens is. Ik geef haar snel een kopje thee, maar ze duwt het met kracht weg, een geluk dat het niet omvalt. Ik had voor de gezelligheid wat koekjes op tafel gezet, maar mevrouw van Olst heeft ze allemaal gepakt en verkruimeld op haar trui, een vreselijke zooi. Gelukkig redt Mevrouw Takstra het nog net om zelf de handvaten van het tuinbekertje vast te pakken en een slokje haar mond in te krijgen. Meneer van Eik roept opeens vanuit zijn rolstoel: “Wat ben ik die rotkop zat!” Ik kijk zijn richting uit en zie dat al de hele middag het gezicht van André Rieu op het tv scherm staat. Als het tijd is voor de boterhammen, word ik verzocht om het Onze Vader voor te dragen. Mijn ouders zouden trots op me zijn, hoewel een spiekbriefje wel nodig is. Dan mag Ik stukjes brood langzaam naar binnen werken bij mevrouw Takstra, en bij anderen zorgen dat als ze zelf smeren, het wel op het brood gebeurt en niet op tafel of kleding. Tussen 6 en 7 uur, na de avondboterham, komen de verzorgenden de mensen één voor één ophalen om ze naar bed te brengen. Het moet vroeg, er is personeelstekort, slechts 2 verzorgenden moeten 15 mensen naar bed brengen. Ik was wat af, ruim op, schrob de onderkant van de tafels (al die demente zenuwachtige vingertjes de hele dag), veeg de vloer en dan zit de dienst erop. Ik vind het onbegrijpelijk dat ik zonder sollicitatiegesprek, zonder enige check of ik geschikt ben, gewoon deze dienst kon kiezen en uitvoeren. Terwijl de opleiding voor verzorgende 18 maanden duurt! Ik zie op de app verder helemaal geen leuke andere baantjes, dus schrijf me in voor nog een dienst in dit oord, op de afdeling PG.

Ik ontdek dat PG staat voor Psychiatrische Geriatrie en verbaas me alweer dat ik daar, niet gehinderd door enige opleiding of ervaring, mag werken. Op deze afdeling verkeren ouderen die dement zijn, maar ook vaak ‘dwalend’, dus het is een gesloten afdeling. Deze mensen zijn lichamelijk fitter en veel socialer, met alle gevolgen aandien. Mevrouw Velzen denkt dat ze nog steeds verpleegkundige is, neemt van iedereen de pols, en doet mij even de schrik om het hart slaan, als ze beweert dat mevrouw Staal, die ligt te slapen, geen pols meer heeft, niet meer ademt en dus niet slaapt, maar waarschijnlijk dood is. Mevrouw Bok geniet van dwarsliggen. “Hoezo eten? Ik hoef toch niet nu te eten? Misschien wil ik wel niet met die mensen aan tafel!” Elk half uur vroeg ik even of ze al trek had. Ze verborg zich achter haar krant. “Nee hoor, dank U!” Mevrouw Juinen roept vanaf de eettafel: “Is het bedoeling dat we hier blijven wonen?” Ze zit hier al twee jaar. Later kan ik lachen om de situatie waar mevrouw Velzen de rollator van mevrouw Jansen heeft gestolen. Mevrouw Jansen is zelf niet dement, maar staat haar man bij die helaas wel is geveld door deze ziekte. Na enig geruk en getrek aan het vehikel, kunnen we hem toch teruggeven aan de rechtmatige eigenares. Mevrouw Staal wordt eindelijk wakker, maar als ze wakker is, ligt ze alleen maar gillend te huilen. Wat zou deze vrouw meegemaakt hebben in haar leven? De andere patiënten worden erg onrustig en ergeren zich ook. Er is weinig sympathie. Ik merk dat ik het wel aankan, rustig tegen mensen praten, even contact maken, en ontdek dat een hand even vastpakken, een kort één-op-één gesprekje, vaak al rustig maakt. Een vriendelijke dame zegt tegen mij: “Hoe heet je eigenlijk?” Ik vertel het en ze zegt dan: “Maar hoe weet je eigenlijk hoe ik heet?” Ik lieg dat er een stickertje op de achterkant van haar rolstoel zit, en vertel niet dat ik een iets beter geheugen heb dan zij. Ik leer dat het beter is om mee te praten met de patiënten, ook al is het onzin, in plaats van ze te corrigeren. Ik ga aan het eind van mijn dienst even bij de huiskamer kijken waar ik gisteren werkte. Vreemd genoeg moet ik bekennen dat ik me al een beetje gehecht voel aan de mensen daar. Mevrouw Kaat zit er rustig bij deze keer. Ze herkent me niet. Maar dat geeft niet, in dit werk geldt het moment. Als je iemands welzijn een moment kan verbeteren, dan is het goed. Want er is geen verleden of toekomst.
Het overheersende gevoel wat ik aan deze ervaring overhoud is ongeloof en triestigheid. En dat ik hier zomaar ingegooid ben. Ik heb veel bewondering voor het vaste personeel. Ze zijn lief voor de mensen, geduldig, en werken keihard. En het lijkt wel of het halve tehuis door vrijwilligers wordt gerund, er moet een enorm tekort zijn, en dat zie ik ook aan alle openstaande diensten op mijn werk-app voor dit en andere verzorgingstehuizen. Ik vrees dat dit in de toekomst alleen nog maar erger gaat worden.
​#inburgerenineigenland
0 Comments



Leave a Reply.

Proudly powered by Weebly
  • Home
  • About
  • Contact
  • Classes
  • winteryoga
  • Yoga Walks
  • Private Classes
  • Blog NL
  • Blog English
  • Media
  • Yoga Essentials
  • Ashtanga
  • Zen's Library
  • Facemasks